Hof ter Saksen
Het park is gelegen in
het Waasland, tussen Beveren en Haasdonk. Het is gemakkelijk bereikbaar
langs de autostrade Antwerpen-Gent of Gewestweg (N70) en bevindt zich op
een 10-tal kilometer van Antwerpen.
Het domein, gelegen langs de Haasdonkbaan, Bosstraat en Zandstraat, vormt
één van de schaarse gesloten parkbossen uit de streek. Het park geeft
een afwisselend beeld met grote boomgroepen, nieuwe aanplantingen, gazons
en waterpartijen. De Beverse Beek staat in voor de voortdurende aanvoer
van water. Het kasteel, zichtbaar van op verschillende plaatsen, is
bepalend voor het karakter van het park.
|
GESCHIEDENIS In
de Middeleeuwen heette het landgoed "het schaek". Doorheen de
tijd zou dit evolueren van "goed schaekx" naar
"saecks" tot uiteindelijk "ter saksen". Het was een
pachtgoed met een dubbele uitbating, nl. een boerderij en een herberg. Dit
laatste kwam door de ligging naast de "grote baan" van Antwerpen
naar Gent, zodat vele reizigers het Hof aandeden.
Ter Saksen vormde een heerlijkheid die afhankelijk was van het Land van
Beveren. De oudst gekende eigenaar van het goed was een zekere Vrouwe
Margareta Noethaeckx. Nadien kwam het in het bezit van de bekende familie
Vijdt. Rond 1590 wordt Gillis van Wolfswinkel als eigenaar vernoemd. De
komst van Alexander Farnese in het Land van Waas (1585) bij de verovering
van Antwerpen op de Geuzen, had nogal wat Spanjaarden en Italianen in die
omgeving gebracht. Enkele daarvan huwden met Vlaamse meisjes, kochten dan
één of ander eigendom en stichtten een nieuwe familie. Zo ook Gregorie
del Piano, superintendant en dijkgraafgeneraal die in de echt verbonden
werd met Elizabeth Menschier.Zij kwamen in het bezit van het goed en dat
bleef het gedurende de vier volgende generaties. Eén van hun nazaten
verkocht het aan Pieter-Francis Piers, die het een dertigtal jaren later
op zijn beurt overliet aan Mattias van der Burcht. Dit gebeurde blijkbaar
in 1699
|
Op het einde van de 18e
eeuw zou het in het bezit van de familie Versmessen komen, die aan het goed
stilaan zijn huidige vorm gaf. Jan-Baptist Versmessen was hoofdschepen van
het Land van Waas. Zijn enige zoon Antoine was gedurende een tijd
burgemeester van Haasdonk en plaatste om die reden een chalet aan de
westrand van het park. Dit kwam omdat de gemeentegrens het park doorkruist,
en alleen het westelijk deel Haasdonks grondgebied is, waar de burgemeester
dan toch diende te wonen. Later werd het goed bewoond door de familie de
Schoutheete de Tervarent.
Rond 1920 kwam het in handen van de laatste eigenaar, de industrieel Edmond
Meert. Hij maakte slechts een korte tijd gebruik van het kasteel en liet de
hoeve ombouwen tot een riant landhuis.
Het domein lag er bij de eerste' contacten met het Gemeentebestuur van
Beveren, in 1979 schijnbaar een beetje verlaten en eenzaam bij, maar dhr.
Meert hechtte zeer veel belang aan bomen en struiken en hun wilde groei.
Op 11 juni 1982 werd het park met de daar rond liggende cultuurgronden,
groot 19 ha 45 a 57 ca, na een lange en soms moeilijke aankoopprocedure,
uiteindelijk gemeentelijk eigendom. Na 3 jaar huur kreeg de groendienst er
onderdak.
ARBORETUM Van
bij de aanvang ging het gemeentebestuur in zee met het Arboretum Waasland
VZW om haar doelstelling, namelijk de uitbouw van een dendrologisch centrum
in de ruime zin van het woord, te verwezenlijken.
Het Arboretum Waasland,
opgericht door de familie Decalut, te Nieuwkerken,
is in oppervlakte
wellicht het kleinste van ons land, maar wat de collectie betreft één der
grootste en snelst groeiende. Het gebrek aan oppervlakte werd ondervangen
met de aanplantingen op het Hof ter Saksen.
De enorme verscheidenheid aan
plantensoorten kwam tot stand dankzij veelvuldige contacten met
binnenlandse, Europese en over de rest van de wereld verspreide arboreta en
universitaire tuinen.
Thans staat men in regelmatige verbinding met 500
contactadressen.
Het resultaat is een zaaduitwisselingsprogramma verspreid
over de ganse wereld. Momenteel beschikt men over ongeveer 6.200 planten.
De
traag groeiende soorten en de dwergplanten bevinden zich in het
"moederarboretum" te Nieuwkerken (2.300 soorten) en de rest op het
Hof ter Saksen, 3.700 soorten in het park, 140 soorten in de oranjerie.
In
het aangelegde park vinden we diverse bomen veelal uitheems en welke goed de
mode van de tijd weergeven. Het opvallendst zijn uiteraard de enorme grote,
rode beuken, zowel in het park als in de dreven. Deze bomen werden vroeger
gekweekt op onderstam, vandaar de verdikking in de stam op manshoogte en het
typische voorkomen. Na het toegangshek lopen we door de lindendreef met aan
de linkerkant de bijenhal. Deze hal werd gebouwd in samenwerking met de Wase
Imkersbond met als doel de relatie tussen bij en plant aan te tonen. Immers,
de bijen zijn onmisbaar bij de bestuiving, noodzakelijk in de tuin en van
economisch belang (o.a. fruit- en aardbeienteelt).
Dan bereiken we de eenvoudige grasvelden waar we ons plots omringd vinden
door de gebouwen: voor ons het kasteel, totaal verlaten en slechts een
silhouet van vergane glorie, links het hoevegebouw en rechts de oranjerie.
Het parkbezoek start aan onze rechterzijde, langsheen het prieeltje. Het
wandelpad in houtsnippers wordt geflankeerd door oudere en recente
aanplantingen. Belangrijk voor de tuin is het feit dat reeds het overgrote
deel van de planten een naambord kreeg met verschillende gegevens (naam,
auteur, familie, land van herkomst).
Valse cipressen, jeneverbessen, levensbomen en vele van deze typische
haagplanten vinden we hier terug als gigantische bomen.
De collectie eiken is inmiddels uitgegroeid tot 280 soorten en cultivars.
Naast de algemeen gekende eiken zoals o.a. de Amerikaanse- en wintereik
(Quercus rubra en 0. petrae vinden we hier ook zeldzame soorten zoals
Quercus ilex (groenblijvend, steeneik), Quercus alb (witte eik uit de USA)
en Quercus robur Tectinata" (met diep ingesneden blad).
Berken met o.a. de ruwe berk, maar ook enkele opvallende, weinig voorkomende
soorten zoals Betula medwediewii (struikvorm 5 m) en Betula of papierberk
komt voor. Buiten de rode beuken zijn er een 15-tal soorten en cultuurvariëteiten
in het park o.a. met ingesneden blad (Fazus sylvatica
"asplenifolia" , de gele beuk (Eqgus (Fagus sylvatica
"Zlatia") en niet te vergeten de grote, groene treurbeuk (Fagus
sylvatica "pendula") langs de nabijgelegen Haasdonkbaan.
De wandeling loopt rustig door nieuwe aanplantingen rondom exemplaren van
oudsher zoals de oude witte moerbei (Morus alba). Als esdoorns treffen we
o.a. Acer Pseudpplatanus "leoppldii" (gepanacheerd blad) en Acer
pensylvanicum (met wit gestreepte stam). Aesculus parviflora
(paardekastanje) uit N.-Amerika, een struik tot 4m met prachtige witte bloei
in de zomer is merkwaardig. Ailanthus vilmoriniana uit China is een
hemelboom met bladeren tot wel 1 m lang. magnolia lilifiora
"Nigra" met dieppurpere bladeren wordt slechts 2 tot 3 m hoog.
Vanuit de bosrand kom je terecht op het grote centrale gazon. aan
weerszijden hebben wij een zicht op de aangeplante borders en vooral op twee
rode beuken, de grootste heeft een stamomtrek van 6,20 m en een bladerdek
van 24 m diameter. wandelend naar het kasteel toe, ontmoeten we een oude
trompetboom (catal bip-nonioïdes en een formidabele gele taxus (taxus
baccata "Aureomarginata"). in de borders : quercu canariensis,
abies homoledis uit japan, pinus nigra "Pyramidata" (zuilvormige
pijnboom), broussonetia kazinoki uit japan met verschillende bladvormen op 1
plant. verder zijn er nog prunus subhirtella "Auturnnalis Rosea"
met zeer late wit-roze herfstbloei, harnamelis of toverhazelaar bloeiend in
januari van geel tot donkerrood, rhododendrons,... nadien treden we terug in
de geslotenheid van het bos. een bos zonder veel ingreep, wild en met
overwegend tamme kastanjes (castanea sativa) is een trekpleister in het
najaar door een overvloed aan vruchten. de onderbegroeiing biedt een
afwisseling van struiken en houtopslag. wat betreft de kruiden is de
aanwezigheid van meiklokjes en salomonszegel het meest in het oog springend.
verder alle courante soorten eigen aan de streek, met onstuitbare opkomst
van bramen en brandnetels. in dit stuk ontmoeten we de typische
ijskelder,omgebouwd tot vleermuizenhuis
.
Achter het kasteel bevindt zich de nieuwe moerastuin met de vijver en een
brede watergang. Na de brug wandelen we door een oude beukendreef terug. Aan
de rechterkant bevindt zich de recentste parkuitbreiding. De nieuwe
aanplantingen moeten er binnen enkele jaren voor zorgen dat het domein tot
een nog aanlokkelijker geheel wordt omgevormd, met een grote verscheidenheid
aan kruiden, heesters en bomen.
NATUURTUIN Het gemeentebestuur Beveren besloot in april 1991 tot, aanleg
van een natuurtuin, gelegen naast de beukendreef naar de Bosstraat.
Uitvoerig grondverzet en de aanvoer van de externe grondsoorten klei, zand
en veen liggen aan basis van de aanleg.
De aangelegde landschapstuin geven de bezoeker een indruk van de
landschappelijke rijkdom van het Waasland : een polder, een dijk, een
weel, knotbomen, akkers uit de Vlaamse Zandstreek, nat en droog bos, heide,
en houtwal, een hoogstamboomgaard e.a. Het wandelpad, variërend tussen
tred- en houten planken, brengt je van de Scheldevallei met nat bos en wijm
langsheen de Wase cuesta tot op de houten vlonder in de vijver.
Vandaar kan je via een schelpenpad doorheen de heide en treed je over de
dijk het veen binnen. Langs het knoteik, -els en -wilg kom je terecht tussen
de fruitbomen Belle de Louvain en Queen Victoria (pruimelaars), Jacqui Lebel
en Belle de Boskoop (appelaars), Bruine Kriekepei en Clapps' Favourite
(perelaars) en een 2-tal kerselaars. En wat is het Waasland zonder
bolakkers? Afwisseling in teelten en beperking in bewerking leren ons de
vertrouwde (gewassen rogge, haver, rapen en vlas opnieuw kennen. De open
bioklas, omringd door stapelmuren, is gelegen langsheen het weel en ligt
beschut achter de dijk.
De tuin wordt enerzijds begrensd door gemengde hagen met o.a. meidoorn
en hulst en anderzijds door een ruwe houtkant met eerstgenoemde soorten,
aangevuld met o.a mispel en vlier langs de Bosstraat en de aangrenzende
percelen.
Bronnen: brochure Toeristische dienst Beveren